Overgewicht en eetproblemen door stress

Ongeveer 80% van de mensen verandert hun eetgewoonten tijdens stress. 40% van de mensen neemt meer calorieën tot zich en 40% vermindert calorie-inname. In het algemeen geldt, dat mensen die overgewicht hebben of een hoog gewicht hebben dat nog wel in het normale bereik valt, meer calorieën naar binnen gaan werken bij stress. Mensen met een normaal lichaamsgewicht of ondergewicht doen dit niet.

Mensen en dieren zoeken tijdens stress bij voorkeur naar lekker eten waar je een goed gevoel aan overhoudt. Denk daarbij aan chocola en hamburgers, voedsel met veel suiker of vet. Dit gebeurt onafhankelijk van veranderingen in calorische inname. In het laboratorium zorgt stress ervoor dat mens en dier meer van dit soort voedsel gaan eten, zelfs als ze helemaal geen honger hebben! Bij mensen met verhoogde calorie-inname tijdens stress treedt dan ook overgewicht op als gevolg van stress.

Waarom ga je tijdens stress meer eten als je geen honger hebt? Over stress, cortisol, CRF en het emotionele brein

Voedsel-inname hangt in eerste instantie af van de hoeveelheid energie die je in je lichaam beschikbaar hebt. Als je te weinig energie hebt, krijg je honger en ga je eten. Na het eten is de energievoorraad weer aangevuld, is de honger verdwenen en stop je met eten. Dit is een typisch voorbeeld van homeostase, of intern evenwicht. Het wordt geregeld door een aantal celgroepen in de hypothalamus en de hersenstam.

Het evenwichtssysteem in de hypothalamus kan echter overruled worden door het deel van de hersenen dat emoties reguleert. Dit zijn de amygdala (amandelvormige kern die aan gebeurtenissen een positieve of negatieve emotie toekent), de nucleus accumbens (zorgt voor motivatie) en de basale ganglia (vorming van gewoontes). Deze drie worden bovendien beïnvloed door de hippocampus waar een belangrijk deel van het geheugen zetelt. Tezamen zorgen zij voor het willen eten van lekker, calorierijk voedsel.

Daarbovenop komt het deel van de hersenen dat het denken over eten (en andere zaken) mogelijk maakt. Daarvoor zijn twee gebieden in de prefrontale cortex (hersenschors) belangrijk. Ten eerste is er de insula, die belangrijk is voor het beleven van gevoelens. Ten tweede is er de anterior cingulate cortex, dat gemotiveerd gedrag verzorgt.

Er zijn dus drie hersensystemen die met elkaar bepalen hoeveel iemand gaat eten, en wat voor eten het zal zijn: de hypothalamus (calorisch evenwicht), de emotionele hersenen (emotie - motivatie - gewoonte) en de cognitieve hersenen (denken, gevoelens, motivatie koppelen aan gedrag). Stresshormonen kunnen deze systemen beïnvloeden, waardoor je teveel of te weinig gaat eten, of het soort voedsel (chocola in plaats van groente) dat je tot je neemt. Cortisol bijvoorbeeld versterkt de motivatie om een bepaald gedrag te gaan vertonen.

Behalve dat cortisol effecten heeft in het lichaam, heeft het ook effecten in de hersenen. Het stimuleert de aanmaak en afgifte van CRF in de amygdala en dat van noradrenaline en dopamine in de hersenstam. Dit zorgt ervoor dat de hersenen in een staat van paraatheid worden gebracht en dat iemand goed kan reageren op een nieuwe stressor.

Cortisol, eten en insuline: zoeken naar suiker en vet

In gestreste laboratoriumratten is gevonden, dat cortisol de calorie-inname verhoogt. Deze ratten eten met name voedsel met veel suiker en vet; hun normale eten laten ze links liggen. Met een stijgende cortisolconcentratie in het bloed stijgt ook de insulineconcentratie, dat mede verantwoordelijk is voor de verhoogde suiker- en vetinname. Om precies te zijn, is insuline verantwoordelijk voor de keuze van het voedsel. Cortisol voegt de motivatie toe om een bepaalde keuze te maken door de afgifte van dopamine te stimuleren in de nucleus accumbens.

Door het eten van "pleziervoedsel" neemt de activiteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnier as af. Mogelijk komt dit door het plezier dat het eten van chocola en dergelijke brengt. Waarschijnlijker is het, dat pleziervoedsel en een lekker voldaan gevoel vanuit de maag de activatie van CRF in de amygdala remt. Het lijkt erop, dat het eten van pleziervoedsel de activatie van de emotionele hersenen door een stressor weer (gedeeltelijk) teniet doet.

Het vormen van slechte eetgewoonten tijdens stress

Cortisol, CRF en noradrenaline binden allemaal aan hun receptoren in de amygdala, hippocampus, insula en anterior cingulate cortex. Dit is van belang voor het leren en herinneren, vooral van gebeurtenissen met een negatieve emotie (stress, angst). Als cortisol en insuline tijdens stress zorgen voor meer inname van pleziervoedsel, dan wordt dit onthouden in deze hersengebieden. Er wordt dan een verbinding gelegd tussen "zich gestrest voelen" en "zich beter voelen" na het eten van pleziervoedsel. Dit zou een belangrijke link kunnen zijn tussen stressoren en overgewicht.

Stressoren kunnen gewoonte-vorming bevorderen en tegelijkertijd doelgericht gedrag verminderen. Dit gebeurt in de basale ganglia. Mensen ontwikkelen gewoonte, zoals slecht gaan eten, zonder dat ze zich ervan bewust zijn. Het is maar een kleine stap van het eten van pleziervoedsel tijdens sterke stress naar het eten van pleziervoedsel bij kleinere problemen. Daardoor kunnen mensen over een langere periode verkeerd voedsel gaan eten, met alle negatieve gevolgen voor de gezondheid van dien, zoals overgewicht en diabetes. Een ander gevolg kan zijn, dat iemand niet meer nadenkt over het aanpakken van de stressor, maar in plaats daarvan pleziervoedsel gaat eten om zich beter te voelen.

homeostase, het interne evenwicht

Homeostase

Verstoring van homeostase is stress

lees meer
stressreactie via de hypothalamus-hypofyse-bijnier as

Langzame stressreactie

De hypothalamus-hypofyse-bijnier as

Lees meer
stress verminderen

Stress verminderen

Wat je kunt doen om stress te verminderen

Lees meer