Stress waar we ziek van worden betreft eigenlijk altijd psychosociale stress. Wat bedoelen we hiermee?
Psychosociale stress is stress dat veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld vervelende interacties met andere mensen (pesten, niet geaccepteerd worden in de groep, werkstress, relatieproblemen, gebrek aan erkenning, etc.), natuurrampen, of plotselinge ziekte van een familielid. Dit zijn allemaal stressoren die in wezen een bedreiging zijn van sociale, en niet van fysieke aard. De stress ontstaat doordat mensen het idee hebben dat ze niet goed met de bedreiging om kunnen gaan. Dit leidt tot stressreacties in het lichaam. Ook de hersenen worden daardoor beïnvloed, waardoor mensen angstiger kunnen worden, of een depressie of een burn-out ontwikkelen.
Daarnaast kan psychosociale stress ontstaan, doordat een verlangen niet vervuld kan worden. Iemand kan ervaren, dat hij of zij niet verder komt in zijn of haar carrière, of kan op grond van zijn of haar economische situatie niet het leven leiden dat hij of zij wenst.
Psychosociale stress veroorzaakt de gezondheidsproblemen waar veel mensen mee te maken hebben. Dit zijn niet alleen de reacties in de hersenen die leiden tot depressie en burn-out, maar ook de symptomen van stress die optreden bij fysiologische stress. Dit zijn de typische stressreacties als hoge bloeddruk en versnelde hartslag die veroorzaakt worden door adrenaline en cortisol.
Je zou kunnen stellen, dat psychosociale stress veroorzaakt wordt doordat de omgeving en een persoon niet op elkaar afgestemd zijn. De omgeving bepaalt de voorwaarden en omstandigheden, die ofwel schadelijk zijn voor iemand, of die het bereiken van een bepaald gewenst doel onmogelijk maken. Bij het omgaan met psychosociale stress moeten dan ook zowel de omgevingsfactoren, als de mate waarin iemand zich kan aanpassen aan een stressor in ogenschouw worden genomen.
Aandacht voor omgevingsfactoren in wetenschappelijk onderzoek is achtergebleven bij de aandacht voor het aanpassingsvermogen van het individu. Dit is opvallend, omdat de meest gewenste uitkomst van de stressreacties het neutraliseren of verwijderen van de stressor is. Dit houdt in, dat omgeving niet meer stressvol is, en je hoeft je dan ook niet aan te passen.
Als de stressor niet onschadelijk gemaakt of weggenomen kan worden, zul je proberen je eraan aan te passen. Dit is de individu-component van psychosociale stress en de gevolgen daarvan. Wanneer hebben de stressreacties goed gewerkt en heb je je aan de nieuwe omstandigheden aangepast? Daar zijn verschillende voorbeelden van.
Als al deze strategieën niet leiden tot vermindering van stress, en iemand de stressor of het gevoel van dreiging niet weg kan nemen, wordt de psychosociale stress chronisch. Dit betekent niet, dat iemand slecht met stress om kan gaan. Het kan ook zijn, dat bepaalde stressoren te moeilijk zijn om er effectief mee om te gaan. Chronische psychosociale stress leidt tot mentale problemen, en schadelijk gedrag voor jezelf, anderen en het sociale systeem waarbinnen iemand functioneert.
Belangrijk voor het verminderen van psychosociale stress is sociale ondersteuning die je kunt krijgen van je sociale netwerk: familie, vrienden en kennissen en collega's. Deze personen zijn belangrijk vor basale sociale behoeften als liefde, waardering, bevestiging, het behoren tot een groep, identiteit en geborgenheid.
Als hulp uit het sociale netwerk wegvalt of niet beschikbaar is, dan wordt stress over het algemeen groter. Dit gebeurt bijvoorbeeld als familie of vrienden zelf gestrest raken door de stress van de persoon die bij hen om hulp heeft gevraagd. Daarnaast hebben mensen die een hogere sociale positie bekleden in de samenleving meestal meer mogelijkheden om van hun sociale netwerk gebruik te maken. Hun netwerk is vaak diverser, met meer mensen die in staat zijn om te helpen.
Eigen capaciteiten en het geloof daar efficient gebruik van te kunnen maken zijn belangrijke hulpmiddelen om een goede uitkomst van de stressreacties te krijgen. Daarbij koppelt iemand de moeite die hij of zij moet doen om succesvol om te gaan met een stressor aan de uitkomst daarvan: succes of mislukking. Positieve elementen zijn daarbij de controle over je eigen handelen op basis van kennis en kunde, en het hebben van controle over je omgeving. Daartegenover staan fataliteit, machteloosheid en moedeloosheid als iemand niet goed met de stressor om kan gaan.
Controle over jezelf en je omgeving heeft ook een indirect voordeel voor het omgaan met een stressor. Controle zorgt er namelijk voor, dat je meer vertrouwen hebt, en daardoor meer open staat om nieuwe sociale vaardigheden te leren en je sociaal flexiber op te stellen. Je kan dan beter gebruik maken van je sociale netwerk.